Als je al wat vaker in Parijs bent geweest wil je wel een keer iets anders zien dan de geijkte bezienswaardigheden.

Een leuk, en niet groot, museum is het Musée de la Chasse et de la Nature, met collecties over de jacht en de natuur.

Achter het Musée Archives Nationales, in het prachtige Hôtel de Soubise, staat nog een mooi museum. Iets minder bekend dan zijn grote buurman, maar zeer interessant om te bezoeken. Het Hôtel de Guénégaud, waarin het Musée de la Chasse et de la Nature is gevestigd, is een hôtel dat werd gebouwd voor de graaf Henri de Guenegaud Montbrison, markies van Plancy, de secretaris van koning Lodewijk XIV en kan worden beschouwd als een schoolvoorbeeld voor de bouwstijl in het midden van de 18e eeuw. Niemand minder dan de grote meester François Mansart mocht het maken en hij deed er vier jaar over. Een mooi gebouw met binnenplaats, twee vleugels, een tuin en zoals vaker bij Mansart alles met grote soberheid. Het huis kwam in 1703 in handen van de financiër Jean Romanet, die enkele wijzigingen en wat versieringen aanbracht. Het pand werd later doorververkocht aan de schatrijke familie Thiroux, die ook al in het bezit waren van het iets verderop gelegen Hôtel Sale. In het midden van de 19e eeuw raakte het pand vervallen en stond op lijst om gesloopt te worden. Maar dankzij de ‘redder van de Marais’, minister André Malraux de toenmalige minister van Cultuur, werd het hotel aangekocht door de stad Parijs en werd in 1962 een Nationaal Monument. Het was één van de eerste herstelwerkzaamheden die Malraux in de Marais liet uitvoeren.

Het gebouw is onlangs in 2007 wederom gerenoveerd en herbergt sindsdien het Musée de la Chasse et de la Nature, een nog niet zo door toerisme ontdekt museum. Het privé museum laat een collectie zien over de jacht en de natuur……..

Lees verder op: http://www.parijsmijnstad.nl/arrondissementen/3e/#musee_chasse_nature